3 februari 2025 – Jáshmin Domínguez Orozco (21) en Diya Noordman (26) hebben zaterdag met hulp van dierenbelangenorganisaties 23 geitenbokjes van de slacht gered. Voor hun opleiding paraveterinair (dierenartsassistente) in Barneveld moesten zij de afgelopen weken verplicht stage lopen bij een melkgeitenhouderij. Voor Jáshmin en Diya die beiden veel van dieren houden en om extra dierenleed te voorkomen veganistisch leven was deze stage emotioneel zwaar. Op deze melkgeitenhouderij worden ongeveer 600 vrouwelijke geiten gehouden die ieder jaar babygeitjes moeten krijgen, zodat deze moedergeiten melk gaan geven voor de productie van geitenmelk en geitenkaas. De pasgeboren babygeitjes haalt de boer gelijk weg bij de moedergeit, omdat zij anders de melk opdrinken.
Het dieptepunt van hun stage kwam afgelopen woensdag toen er jonge bokjes werden afgevoerd naar de slacht. Dat werd gelijk voor hen ook de trigger tot actie: diezelfde avond mailden Jáshmin en Diyaj naar Comité Dierennoodhulp en stichting Flappus met de vraag of zij hen konden helpen aan opvangadressen voor de bokjes. Stichting Flappus was gelijk bereid om 6 bokjes in hun opvang op te nemen en Comité Dierennoodhulp vond binnen anderhalve dag in samenwerking met Landgoed de Peerdegaerdt en haar eigen netwerk plek voor nog eens 17 bokjes. Ondertussen zamelden Jáshmin en Diya geld in bij vrienden en familie voor het vrijkopen van de 23 bokjes.
Op hun laatste stagedag (vrijdag) oormerkten Jáshmin en Diya de 23 bokjes en op zaterdag brachten zij de babygeitjes naar hun opvangadressen in de provincies Utrecht, Zuid-Holland, Overijssel, Friesland en Groningen. Daar aangekomen kregen de bokjes van dierenvrienden gelijk de fles en kwamen ze lekker warm onder de warmtelamp te zitten. Tien van de 23 bokjes kregen gelijk al een liefdevol forever home. Voor de overgebleven dertien bokjes op de opvangplekken bij stichting Flappus in Zwolle, Landgoed De Peerdegaerdt in Strijen en in Friesland worden nog lieve dierenvrienden gezocht die de bokjes een fijn thuis willen geven. Mensen die de bokjes willen adopteren kunnen contact opnemen met Comité Dierennoodhulp en stichting Flappus. Met het redden van de 23 bokjes willen de stagiaires samen met de dierenbelangenorganisaties ook bewustzijn creëren over het dierenleed dat kleeft aan geitenmelk en geitenkaas. Naast het feit dat de moedergeiten hun eigen kinderen niet mogen voeden, omdat deze melk voor mensen is bestemd en deze babygeitjes zonder moeder opgroeien, worden jaarlijks ook nog eens 150.000 mannelijke babygeitjes van een paar weken oud gedood, omdat zij nooit melk kunnen geven.
Aan geitenmelk en geitenkaas kleeft veel dierenleed
In Nederland worden jaarlijks meer dan 150.000 bokjes in de melkgeitenhouderij geboren. Over het dramatische lot van deze bokjes bracht dierenbelangenorganisatie Eyes on Animals in 2020 een korte film uit https://www.youtube.com/watch?v=N5CG1PpEOo4 en een rapport https://www.eyesonanimals.com/wp-content/uploads/2020/11/20201130-EonA-Rapport-welzijn-geitenbokken.pdf . Het merendeel van de melkgeiten komt nooit buiten, kan niet klimmen en leeft samen met gemiddeld ruim achthonderd andere geiten in een stal waar ze gereduceerd zijn tot louter een productiemachine voor melk. Een moedergeit wordt gemiddeld maar vier jaar oud terwijl ze wel 16 jaar oud kan worden. Zodra de productie van melk iets achteruitloopt wordt ze afgevoerd naar het slachthuis. Een geit is jaarlijks vijf maanden zwanger en krijgt 1 tot 3 lammeren. De pasgeboren bokjes en geitjes worden direct bij de moeder weggehaald en alleen in een doos of plastic bak geplaatst waar ze twee dagen koeienbiest krijgen. Daarna worden ze in groepjes in kleine ruimtes gehouden en krijgen koeienmelkpoeder vermengd met water als voeding. Er bestaat wel geitenmelkpoeder maar die is bedoeld voor puppy’s, kittens en mensenbaby’s. Bizar genoeg dus niet voor wie de melk werkelijk bedoeld is: de geitenbaby’s moeten het met koeienmelkpoeder doen. Een aanzienlijk deel van de bokjes sterft vroegtijdig. De bokjes die wel blijven leven worden op een leeftijd van rond de 5 a 6 weken wanneer ze 8 tot 10 kilo wegen afgevoerd naar het slachthuis. Ook een deel van de jonge vrouwelijke geitjes wordt samen met hen afgevoerd omdat die overtallig zijn. Hun einde na een urenlang transport in het slachthuis is gruwelijk omdat ze dikwijls ook daar lang moeten wachten, de verdovingsapparatuur niet ingesteld is op de bewegelijke kleine hoofdjes van deze babygeitjes en een deel van de bokjes zelfs zonder verdoving de keel wordt doorgesneden.
Deze prachtige lieve jonge dieren zijn binnen de geitenmelkindustrie een ongewenst bijproduct. Een bok krijgt immers geen lammeren, geeft geen melk en het vlees brengt weinig op. Ze kosten de boer eigenlijk alleen maar geld. Wie geitenkaas eet en geitenmelk drinkt maakt zich niet alleen schuldig aan een ellendig kort leven van de geit als melkproductiemachine, maar ook aan de dood van al deze ongewenste bokjes en overtallige jonge geitjes.