Dieren die  vanwege verwaarlozing, mishandeling of een bijtincident in inbeslaggenomen worden door de Dierenpolitie, LID of NVWA worden altijd eerst ondergebracht bij een van de opslaghouders die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hiervoor aangesteld zijn en betaald worden. Helaas komen veel van deze ‘geredde’dieren dan van de regen in de drup terecht en eindigen bij handelaar en/of slacht. Dat heeft met twee zaken te maken: met de opstelling van de RVO en die van de officier van justitie.

Je kunt je ook afvragen wat verwaarloosde, mishandelde dieren doen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dat is toch een instantie die geld belangrijk vind en dierenwelzijn niet hoog in het vaandel heeft staan. De dieren komen dan ook terecht bij de afdeling Inbeslaggenomen Goederen. Want helaas is een dier voor justitie nog altijd een inbeslaggenomen goed. Officieren van justitie kunnen daarom onder artikel 117 Sv eigenhandig zonder tussenkomst van de rechter besluiten dat een dier vervreemd of vernietigd wordt.

Door acties o.a. van Comité Dierennoodhulp diende Esther Ouwehand van Partij voor de dieren een motie in die werd aangenomen. Eerder hadden wij geconstateerd dat in april 2011 door de Dienst Regelingen van de RVO al 3662 verwaarloosde knaagdieren verkocht waren als voedseldier en op 15 juni brachten wij een persbericht uit dat 200 sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die op 24 mei in Kampen in beslag genomen werden, in in opdracht van de Dienst Regelingen verkocht waren aan een handelaar. Het lot van deze al zwaar getraumatiseerde dieren was hierdoor duidelijk geworden: voer voor slangen en roofdieren of per kilo vlees aan de poelier. In de aangenomen motie van Esther Ouwehand staat dat in beslag genomen dieren nooit terug de handel in mogen gaan om als (slangen)voer te eindigen. Helaas veranderde de toenmalige staatssecretaris deze aangenomen motie samen met zijn ambtenaren en de RVO in dat er voortaan gekeken zou worden waar de dieren voor bestemd zouden zijn en daar dan ook in mochten eindigen. Later hebben wij nog een gesprek gehad met de RVO hierover, maar men was totaal niet bereid ondanks dat wij alle hulp hiertoe aanboden om alle dieren te gaan herplaatsen bij opvangen.

Zo mogen de konijnen die indertijd inbeslaggenomen werden nadat ze wekenlang in kratten opgesloten zaten, zie de foto hierboven, nog altijd verhandeld worden als voedseldier aan een handelaar.

Wij vinden het een grote schande dat dieren die verwaarloosd en/of mishandeld worden na een inbeslagname alleen nog maar meer van de regen in de drup raken wanneer ze onder de zorg van de overheid komen te vallen. De overheid zou er zorg voor behoren te dragen dat alle slecht behandelde dieren die zij onder haar hoede krijgt goed herplaatst worden. Om die reden blijven wij ook voor deze dieren opkomen!

Motie Ouwehand over de opslag van inbeslaggenomen dieren

22 juni 2011, bron: Partij voor de Dieren

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat blijkt dat in beslag genomen dieren die volgens de Dienst Regelingen niet geschikt zijn voor herplaatsing verkocht worden als voederdier;
overwegende dat dieren na inbeslagname niet slechter terecht mogen komen dan voor de inbeslagname en de overheid de taak heeft dieren die aan haar zorg worden toevertrouwd een goede behandeling te geven;
spreekt uit, dat in beslag genomen dieren nooit terug de handel in mogen gaan als (slangen)voer mogen eindigen;
verzoekt de regering, verbetervoorstellen te doen voor de opslag van in beslag genomen dieren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand

Status: Deze motie is op dinsdag 28 juni aangenomen

‘Geredde’ konijnen door Dienst Regelingen verkocht als slangenvoer

15 juni 2011 – persbericht Stichting Comité Dierennoodhulp, Stichting Rechten voor al wat leeft, Stichting Een Dier Een Vriend (EDEV) en Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden

De 200 sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die op 24 mei in Kampen in beslag genomen werden, zijn in opdracht van de Dienst Regelingen verkocht aan een handelaar. Het lot van deze al zwaar getraumatiseerde dieren is hierdoor duidelijk geworden: voer voor slangen en roofdieren of per kilo vlees aan de poelier.

Vier samenwerkende dierenorganisaties hadden eerder de Dienst Regelingen aangeboden te helpen met herplaatsing van de konijnen in knaagdierencentra, waarvan verschillenden zelf al hadden aangeboden konijnen op te willen vangen. Helaas gaf de Dienst Regelingen er de voorkeur aan om de konijnen te verkopen aan een handelaar waar ze vaker mee samen werken.

De dierenorganisaties vinden het een schande dat dieren die verwaarloosd en/of mishandeld worden na een inbeslagname alleen nog maar meer van de regen in de drup raken wanneer ze onder de zorg van de overheid komen te vallen. Zij vinden het de plicht van de overheid er zorg voor te dragen dat alle slecht behandelde dieren die zij onder haar hoede krijgt goed herplaatst worden.

In april werden door de Dienst Regelingen al 3662 verwaarloosde knaagdieren verkocht als voedseldier. De samenwerkende dierenorganisaties stuurden in mei tot twee keer toe een brandbrief over dit onderwerp aan de verantwoordelijke staatssecretaris H. Bleker.
(zie brief 27-5-2011 en brief 4-5-2011)

Zij moesten het doen met een nietszeggende belerende reactie van de staatssecretaris, waarin inhoudelijk niet werd ingegaan op de belangrijkste vragen en mistoestanden. De dierenorganisaties vragen zich af welk nut een LID, AID en een dierenpolitie voor mishandelde dieren heeft wanneer de dieren na een inbeslagname mogelijk nog slechter terecht komen en niemand zich daar zorgen over maakt.

 

Met de regelmaat van de klok gebeurt het dat in beslag genomen mishandelde en/of verwaarloosde dieren zoals honden, paarden, knaagdieren of schapen in de opslag of nadat ze zijn vrijgegeven worden geëuthanaseerd of doorverkocht aan handelaren die de dieren zelf doden of verkopen aan het slachthuis. De Dienst Regelingen plaatst in beslag genomen dieren bij de door hen (op veelal geheime locaties) aangestelde opslaghouders zonder zich af te vragen of het welzijn van de dieren daar werkelijk gewaarborgd is. Voor herplaatsing van dieren zijn al helemaal geen welzijnsregels opgesteld.

Het in beslag nemen van levende have, om wat voor reden dan ook, zou een uiterst weloverwogen traject moeten zijn en niet moeten worden afgehandeld door een dienst die dieren te veel als goederen behandelt. Mishandelde en verwaarloosde dieren dienen opgevangen te worden en zeker niet opgeslagen.
Aandacht zou er moeten zijn voor wat men aantreft bij de inbeslagname, welke zorg er op dat moment absoluut noodzakelijk is en door wie die wordt gegeven. Onafhankelijke dierenartsen en dierverzorgers horen hier een rol in te hebben. Het is belangrijk dat een mishandeld of verwaarloosd dier niet nog meer trauma’s oploopt.

Als alles, zoals de minister stelt in zijn reactie, zó goed geregeld is (op papier), dan kan Dienst Regelingen van de RVO ook veel transparanter en opener zijn over het lot van door hen herplaatste dieren.
De geheimzinnigheid over het daadwerkelijke verloop van de inbeslagnames werkt wantoestanden in de hand.
Dit dient door de minister per omgaande, aanvullend, geregeld te worden en daarna ook daadwerkelijk te worden uitgevoerd.
Daarom hebben de samenwerkende dierenorganisaties vandaag per brief een gesprek aangevraagd met de vaste kamercommissie van EL&I.